Harmen Stuijtje, waarnemend commissaris van politie in Roosendaal en Nispen, tikt die 7e december 1944 de frustratie van zich af. Hij weigert nog langer arrestanten naar Kamp Vught te sturen. Het is daar een Sodom en Gomorra. Bij onaangekondigd bezoek kun je de commandant zomaar in bed aantreffen met een van de typistes.
In zijn brief aan de korpschef van Vught, bewaard gebleven in de archieven, houdt Stuijtje wel een slag om de arm. Hij baseert zich op verhalen, en die doen er deze dagen genoeg de ronde, het ene nog wilder dan het andere. “Daar ik niet voornemens ben arrestanten (…) onder te brengen in een dergelijke immoreele omgeving, waar zij voor hun leven bedorven kunnen worden, verzoek ik u beleefd mij zoo uitvoerig mogelijk omtrent den toestand in het camp te berichten.”
Walgelijk
Zo begint mijn verhaal in magazine G-Geschiedenis over de wantoestanden in onder meer Kamp Vught. Direct na de bevrijding van zuidelijk Nederland worden daar van collaboratie verdachte landgenoten achter prikkeldraad opgeborgen. Het voormalig verzet, dat bewakers aflevert én rapporteurs afvaardigt, constateert rospartijen, zwarthandel, corruptie, bandeloosheid. Ook van andere kanten echoot de kritiek.
Het zal in meer interneringskampen tot misstanden komen. Ze zijn niet te vergelijken met de nazi-terreur in de oorlogsjaren. Hoewel: “Dit walgelijke bedrijf is van a tot z afgekeken van de moffen.”
Lang niet iedereen is toe aan dergelijke kritiek. Als Henk van Randwijk, hoofdredacteur van voormalig verzetskrant Vrij Nederland, melding maakt van “sadistische pesterij, zo van de SS afgekeken”, krijgt hij woedende brieven. “Gek bent U! Verstaat U dat! Volslagen gek.”
Rond Openbaarheidsdag – 3 januari 2023 – ging het over wantoestanden in de naoorlogse interneringskampen.
Was het echt nog nieuws?
Lees hieronder mijn verhaal in G-Geschiedenis van september 2022.
Klik op de pagina’s voor een leesbaar formaat.
Meer weten over G-Geschiedenis? Klik hier.