Hoe de gesloten archieven over kolonel Hans Valk ook in 2021 weer vragen oproepen
Door Twan van den Brand
De Maxime Verhagendoctrine.
De Frans Timmermansdoctrine.
De Bert Koendersdoctrine.
De Stef Blokdoctrine.
Veertien dagen na het debat over de toeslagenaffaire kon het niet op. In de vaste kamercommissie voor Buitenlandse Zaken buitelde de ene doctrine over de andere. Met dank aan de huidige minister, die er dezelfde doctrine op nahoudt als zijn drie voorgangers.
Sinds de Ruttedoctrine regent het varianten.
De coup in Suriname
De vier doctrines werden door minister Blok zelf opgevoerd tijdens de beantwoording van vragen over de Nederlandse rol bij de coup van Desi Bouterse in Suriname.
Inderdaad, die speelde in 1980.
Maar daar ging het de 28e januari 2021 dus nog over. En weer.
Wanneer worden de Nederlandse archieven over die coup nou eens openbaar, vroeg SP-Kamerlid Sadet Karabulut zich af. Haar motie om die openbaarheid op te eisen, kreeg vandaag (2 februari) brede steun in de Tweede Kamer.
Minister Blok houdt, net als zijn voorgangers, op basis van de Archiefwet vast aan beslotenheid tot 2060. Wet én doctrine, biedt daar als Kamerleden maar eens tegenop. Zij mogen de stukken overigens gerust lezen, maar zijn ook aan geheimhouding gebonden. Voor wetenschappers geldt hetzelfde.
Een wonder eigenlijk dat er zo weinig uitlekt.
Kolonel Hans Valk
Blok wees er vorige week op, dat binnenkort een studie verschijnt van zo’n wetenschapper. Hij doelde op ‘Hans Valk, over een Nederlandse kolonel en een coup in Suriname’ van Ellen de Vries. Dat boek zou al vorig jaar zijn verschenen, maar staat nu voor volgende maand op de rol.
Zou De Vries een niet alleen door Kamerleden en journalisten zo dringend gewenste tip van de sluier oplichten?
Hans Valk was de Nederlandse militair attaché in Suriname in de dagen van de coup. Chef van de zogenoemde Militaire Missie, bemand door een handvol adviseurs dat na de onafhankelijkheid achterbleef. De overlevering wil, dat Valk de hand had in de coup. Hij was bevriend met en adviseur van Desi Bouterse. Al ontkende hij bij leven alles.
In een interview met Valk, op 13 augustus 1983 verschenen in Vrij Nederland, gaat het over de onderofficieren die voor de coup regelmatig bij hem thuis op de veranda hurkten, soms bij nacht en ontij. Hij zei daarin zelf ook: “Ik heb de sergeanten toegesproken. Ik heb gezegd, wat je doet, doe dat beheerst. Schiet niet op je eigen mensen. Maak geen moordpartij. Het resultaat was, ze grepen de macht, buiten mij om. Maar er kwam geen slachtpartij”.
Bij de coup van 25 februari 1980 kwamen vijf mensen om het leven.
Valk was betrokken, maar deed naar eigen zeggen niet mee. Dat gevoel bleef hangen, ook dankzij een reeks voorafgaande artikelen in het genoemde Vrij Nederland.
Maar, vroegen zijn interviewers, wat heeft u vooraf aan wie gerapporteerd?
“Daar geef ik geen antwoord op”, zei de kolonel.
Het briefje van Van der Klaauw
Valk werd later dat jaar overgeplaatst naar de NAVO in Brussel. Dat vroeg om een afscheidsreceptie. Via een van de gasten konden we erbij zijn. André Haakmat, die veel rollen had in de Surinaamse geschiedenis, onder meer die van minister, stuurde later de woorden van de aanvoerder van de zestien coupplegers, Bouterse, de wereld in:
“Zonder U zou de staatsgreep niet hebben plaatsgevonden.”
Die U, dat was Hans Valk.
Saillant in deze: het besluit om de kolonel over te plaatsen was al voor de coup genomen. In december 1979 werd erover gesproken, zat er zelfs al een opvolger in de wachtkamer.
In mijn eigen archief vond ik nog een kopie van de aantekeningen van Chris van der Klaauw, onder Dries van Agt van 1977 tot 1981 minister van Buitenlandse Zaken. Zijn notitie wijst niet per se op een Chris van der Klauwdoctrine. Maar er staat wel in zijn handschrift:
“14 febr. Besluit op Def. Valk over te plaatsen”.
En daarachter: “(Tijd voorbij!)”.
Gestijfd in opstandigheid
In de jaren tachtig werden van regeringswege onderzoeken ingesteld, waar wél het een en ander over bekend is. Zie de link hieronder naar mijn in 2005 verschenen verhaal ‘Een kolonel, de coup en het cadeau’. Dat is gebaseerd op enkele vergeelde rapporten die ik in de bibliotheek van Buitenlandse Zaken tegenkwam.
Uit de verslagen van een Commissie van Wijzen blijkt dat Valk “voedsel heeft gegeven aan de bestaande onvrede van de onderofficieren”. Hij heeft ze “gestijfd in hun opstandige optreden en morele steun gegeven”.
De debriefing van de kolonel op 16 maart 1980 maakt duidelijk dat “de contacten tussen Valk en onderofficieren naar zijn zeggen waren gericht op matiging”.
Voor het goede begrip zij vermeldt dat de regeringen in Den Haag doorgaans niet enthousiast reageren op een coup, waar ter wereld dan ook. Maar bij die van Bouterse in het toch zo nabije Suriname bleef de veroordeling voorzichtig. Pas vijf jaar eerder was uiterst moeizaam afscheid genomen van de kolonie en voor het optreden van de zittende regering-Arron bestond weinig sympathie. Zo’n coup deugde natuurlijk niet, hij kwam evenmin ongelegen. Die mening zou later drastisch worden bijgesteld.
Gissen en gisten
De recente vragen in de Kamercommissie geven aan dat de Nederlandse rol bij de coup nog altijd gevoelig ligt. Met gesloten archieven bleef en blijft het gissen en gisten.
Met enig geluk tref je nog een getuige die wel wat kwijt wil. In mijn geval gebeurde dat een jaar geleden. Op een geheel onverwachts moment, op een curieuze plek. De informatie was beperkt, maar zijn oordeel helder. Zie het als de waargebeurde maar anekdotische afsluiting van dit stuk. Het grote verhaal over de Nederlandse rol ettert gegarandeerd nog even door.
De laatste maand van 2019 en de eerste twee maanden van 2020 reisde ik door Zuid-Amerika. Ik keerde juist voor corona de wereld saboteerde terug.
In Peru was ik een afgezwaaide Nederlandse diplomaat tegengekomen. Hij had in Paramaribo gediend. Laat ik hem Frans noemen, zijn anonimiteit waarborgend.
Bij Frans thuis stond mijn in Suriname spelende boek De Strafkolonie op de plank. Althans dat beweerde hij, hoe hoffelijk. We kregen het, in de bus naar Cuzco, al gauw over de coup. Frans zat juist in die revolutionaire jaren en dagen in Suriname, was verbonden aan de ambassade. Hij kende Valk goed, kwam geregeld bij hem over de vloer.
We kregen het over geruchten en waarheid. Haha, grinnikte Frans. Speculaties? Twijfel? “Valk was nauw betrokken, tuurlijk man.”
Lees hier mijn verhaal uit 2005 over de vergeelde rapporten uit de bieb van Buitenlandse Zaken en de aanvullingen van couppleger John Hardjoprajitno.