Moeder Jansen mag dan denken dat Frans wegens goed gedrag voortijdig is vrijgelaten, Papeveld kent het ware verhaal. Enkele weken eerder, de 9e juni, is er een faxbericht binnengekomen bij het politiebureau. Daarin werd om opsporing gevraagd van een ontsnapte gevangene. Vanwege drukte belandde de fax op een stapel papieren. Niemand keek er meer naar om. Dat gebeurde wel vaker.

Heel veel biertjes
Na korte periodes op de binnenvaart en in de WW is Frans midden jaren zeventig als schildersknecht aan de slag gegaan. Zijn werk neemt hij niet al te serieus. Hij wil het leven vieren. In zijn geval betekent dat: biertje drinken, heel veel biertjes liefst, kaartje leggen, jointje opsteken, meiden versieren, scheuren op zijn Yamaha.
Frans financiert die levensstijl met inbraken. Hij spant samen met dan weer de ene dan weer een andere gabber. Gerrit, de ijzervlechter die zwerver Dirk Duister heeft doodgeschopt omdat hij Duits sprak, is zo’n compagnon.
Begin 1976 wordt Frans gearresteerd, alweer, voor een inbraak bij een drankenhandel. Heterdaadje. Vanwege de recidive besluit de rechter hem zes maanden gevangenisstraf op te leggen.

**Leeuwarder Courant, 3 juli 1976.

De stormbaan over
Het laatste deel moet Frans uitzitten in De Corridor. Dat is een penitentiair trainingskamp met vrijheden, maar ook met verplichtingen. Hij bivakkeert in het Brabantse dorp Zeeland tussen leeftijdsgenoten. Ze worden stevig aangepakt, fysiek en mentaal. In de ochtend moeten ze bomen omhakken in nabije bossen. ’s Middags staat er sport op het programma en worden ze over een stormbaan gejaagd. Het is een kopie van de baan die bij de commando’s in Roosendaal staat.
Het is niks voor Frans. Bert en Piet hebben sergeant en majesteit gediend, voor hem heeft de broederdienst gegolden. En dan in Zeeland alsnog een stormbaan over? Werken en sporten tot je erbij neervalt zeker? Dat gaat niet gebeuren.
En dan zijn er ook nog eens die verplichte groepsgesprekken waarin hij verantwoording moet afleggen voor zijn gedrag. Waarom gaf je hem een duw? Waarom werd je boos? Verantwoorden, daar doet Frans niet aan.

De Corridor kent nauwelijks beveiliging. Om ervandoor te gaan hoef je geen Houdini te zijn. Hier geldt het credo: ontsnappen kun je niet, weglopen wel. Binnen enkele tellen klim je over het lage hek. Dat staat niet onder stroom, er zitten geen scheermesjes bovenop. Aan de binnenkant staan er bomen bij de afrastering, reuze handig.
Niks of niemand houd je tegen. Ook de twee bewaarders uit de avondploeg niet, van wie er eentje af en toe een ronde loopt met een grote zaklamp als voornaamste wapen. Een naburige boer met geheven riek oogt vervaarlijker.

Zeven meeuwen
Enkele dagen na zijn stille terugkeer in Dordt zoekt Frans zijn moeder op, heel even. Hij staat ineens in de keuken. ‘Ik mocht eerder weg uit Zeeland, wegens goed gedrag.’

bedrog en verraad
**De Telegraaf, 3 juli 1976.

Toos ziet hem staan. Een tengere jongen van 22, met z’n 1.74 meter iets groter dan zij. Hij lijkt op zijn vader. Wat uiterlijk én karakter betreft. Bruine ogen, donkerblond haar, in zijn geval halflang. En een dun, rossig snorretje.
Ongeduldig, ongedurig, snel boos. Ook op haar. Ze is weleens bang voor hem. De linkermouw van zijn T-shirt verbergt deels de afbeelding die hij op zijn arm heeft laten tatoeëren: een zeilschip begeleid door zeven meeuwen. Die dateert uit zijn tijd als matroos op de binnenvaart.

Een goeie invloed
Toen hij vorig jaar ging samenwonen, had Toos niet lang getreurd. Anneke was nog jong, maar een leuke meid met vast werk. Ze kon wel eens een goeie invloed op Frans hebben.
Moeder Jansen weet dat Annekes ouders, die buiten de Zeehavenbuurt wonen, op een betere partij hadden gehoopt voor hun enige kind. Want ja, Frans was natuurlijk wel een jongen van het avontuur, moest Toos toegeven. Al wist ze nog niet voor de helft wat hij allemaal uitspookte.

                                                                             Volgende keer: De speurhond bezwijkt