Weldra zal Dirk Duister opduiken. Zijn verhaal is er een van grote treurigheid. Ik kwam hem onderweg naar Anneke tegen, zoals ik op wel meer verdorvenheid zou stuiten. Maar eerst nog even naar de lugubere vondst in de Oude Maas. Hans Papeveld hoeft voor een reconstructie van de gebeurtenissen niet louter op zijn geheugen te vertrouwen.
Echtgenote Betty heeft indertijd knipsels verzameld. Die illustreren dat het lijk met de rode sok uitgerekend op Papevelds eerste werkdag als hoofdinspecteur komt bovendrijven. Hij werkt dan zes jaar in Dordrecht, waar hij direct na zijn opleiding aan de politieacademie, op zijn 22e, is begonnen.

Die donderdag de 1e juli 1976 neemt de nieuwbakken hoofdinspecteur zonder aarzeling de leiding van het onderzoek op zich. Het gaat om moord, daarover bestaat geen enkele twijfel.
Identiteit vastgesteld
Als Papeveld vanuit de Krabbepolder is teruggekeerd en achter zijn bureau zit, belt hij Betty. Aan het eind van de dag wordt zijn promotie gevierd. Dat feestje valt niet meer af te zeggen. De uitnodigingen zijn een week eerder verstuurd.
Jullie moeten maar zonder mij beginnen, zegt hij tegen zijn vrouw. Zij kent vrijwel alle genodigden en belooft ze op te vangen in de achtertuin van hun woning, even buiten het oude centrum. Het is ideaal barbecueweer: zonnig, weinig wind, een dikke 25 graden.
Wanneer Papeveld zelf eindelijk arriveert, druppelt het vet rijkelijk uit de koteletten. Er staat een rij lege flesjes en flessen. Het loopt tegen negenen. De Centrale Recherche Informatiedienst heeft hem net gebeld. Hij kan zijn nieuwsgierige collega’s vertellen dat de identiteit van het slachtoffer aan de hand van vingerafdrukken is vastgesteld. Het gaat om iemand wiens naam en faam ze allemaal kennen.
De sectie is ’s middags verricht door Jan Zeldenrust, 69 jaar intussen, maar nog altijd onvermoeibaar. De gerenommeerde patholoog-anatoom heeft toegezegd spoedig te rapporteren. Hij kan op voorhand duiden dat de dood minstens twee dagen eerder is ingetreden.
Link met het verleden
In huize Papeveld wordt het laat die avond. Dat had de jonge hoofdinspecteur ook wel verwacht. Nadat zijn collega’s de eerste paar biertjes op hebben, volgen doorgaans de sterke verhalen. Dan wordt het pas echt gezellig. Zullen we er nog eentje nemen Hans? De laatste. Straks de allerlaatste en dan de aller-allerlaatste? Het bezorgt hem welkome afleiding.
Als Papeveld rond halfdrie zijn bed opzoekt, slaapt Betty al. Zij heeft de hele avond gesjouwd, hij aan het eind nog wat rommel opgeruimd.
Eenmaal onder de dekens keert de dag terug in zijn hoofd. Hij ziet het lijk met de rode sok drijven. Het slachtoffer van die ochtend heeft een link met een opzienbarende zaak uit het verleden. Volgens de politie ging het indertijd om brute moord. De rechter daarentegen was in zijn oordeel uitgegaan van ‘mishandeling, de dood tot gevolg hebbende’. Dat had invloed op de zwaarte van de straf.
Papeveld draait op zijn linkerzij. De dood van de ongelukkige Dirk Duister, het is alweer vijf jaar geleden.
Volgende keer: Dirk Duister