Laat ik dit laatste deel beginnen met míjn bekentenis. Ik heb Anneke uiteindelijk gevonden maar nooit ontmoet. Ze overleed jaren voor ik mijn zoektocht begon, namelijk op 7 december 2013. Ze was toen 56 jaar.
Het is onder anderen haar weduwnaar Hans, in het vorige hoofdstuk geïntroduceerd, die het verhaal over haar tweede leven heeft geïllustreerd. Het leven na de gevangenis. Daar gaat hij hier nog even mee door.

In 2000 zijn Anneke en hij teruggekeerd naar de stad waar de schaduw van háár verleden overheen hing.
Door het overlijden van moeder Belia komt de kleine koopwoning in de volkswijk Krispijn leeg te staan. Het huis valt Anneke als enige erfgenaam toe. Maar wat moet ze ermee? Zij en Hans hebben het naar hun zin in Amsterdam.

Hans
**Regionaal Archief Dordrecht.

Trouwen
Anderzijds loopt de huur daar razendsnel op en gaan de zaken op de Dappermarkt niet alleen van holadiejee. Het maakt de geesten na enige tijd als vanzelf rijp. Ze verhuizen naar Dordt én ze trouwen.
Eerder al hebben de twee geprobeerd kinderen te krijgen. Vergeefs. Onderzoek in een Amsterdamse kliniek wijst uit dat Annekes baarmoeder ernstig is beschadigd. ‘Indertijd door Frans kapot geschopt’, meent Hans.
Zo duikt de geschiedenis bij tijd en wijle op.

Dat gebeurt natuurlijk ook na terugkeer in Dordrecht. Andere mensen kijken Anneke soms net iets te lang aan of ze ontwijken haar blik. Zolang ze niet wordt lastiggevallen kan ze daar goed mee leven. Ze komt Daan niet tegen, de familie van Frans evenmin.

Horrorverhalen
Zo gaat het leven zijn gangetje. Anneke zorgt voor de katten en de hond die haar kleine huis vol maken. Ze leest veel, bij voorkeur horrorverhalen, boeken die ze bij de ECI bestelt. Daarnaast legt ze een verzameling parfumflesjes aan. Honderden exemplaren, antiek en nieuw, groot en klein, maar allemaal vol. Veel varianten 4711.
Ze treft vriendinnen uit het Amsterdamse. En als Hans eenmaal voor zijn werk is afgekeurd, gaan ze vaker samen op reis.

Tientallen stippen
Het is een onheilstijding vanuit het Albert Schweitzer-ziekenhuis die hun leven in 2013 verstoort. De kanker – die ook haar ouders fataal werd – vreet dan al overal. Ze zijn er veel te laat bij. ‘U heeft niet veel tijd meer’, zegt de specialist klip en klaar.
Dat blijkt pijnlijk waar te zijn. Enkele weken later overlijdt Anneke, thuis. ‘Haar ogen leken uit tientallen stippen te bestaan’, herinnert Hans zich. Zijn familieleden, enkele buurtgenoten en vriendinnen wonen de begrafenis bij.

Hans
**Zeehavenbuurt/Google-maps anno 2017.

Ruim voor haar overlijden heeft Anneke Hans meegenomen naar de Zeehavenbuurt, waar de schoffies zich nog altijd niet laten slaan. Ze loodst hem door het decor van de slaapzakmoord.
Dáár stond het huis van de ouders van Frans. En hier aan de rand van de wijk, in de Zeehavenlaan, hier is het gebeurd. Inmiddels is de ‘plaats delict’ als zoveel woningen in de Zeehavenbuurt door nieuwbouw vervangen.

Geen spijt
Anneke betoont geen spijt. Van een knagend geweten heeft ze evenmin last.
Ook als zwager Bertus in 2003 wordt geliquideerd en de gevolgen zich van de slachtofferzijde laten voelen, volgt geen bijzondere reflectie op de misdaad die zij beging. Het heeft te maken met haar overtuiging, toen en altijd: ‘Het moest wel, het was híj of ik’.

Lang voor ze Hans leerde kennen, tijdens haar detentie, stelde Anneke in een gesprek met de psycholoog:

Volgens de wet ben ik zo koelbloedig
als maar kan, maar ze zullen nooit
voelen wat ik heb gevoeld. Je denkt
alleen nog: hij moet weg, hij moet
weg. Als Frans weg is, hoef ik nooit
meer bang te zijn.’

‘Ik heb haar nooit bang gezien’, zegt Hans.

 

 

Lees na deze slotaflevering hier ‘Feiten & Fictie’.