Toen Hans Papeveld mij bijpraatte, genoot hij al lang van zijn commissarissenpensioen. Hij was tijdens zijn loopbaan gestaag in rang geklommen. Dat het zo lang duurde voor we over de slaapzakmoord spraken, was míjn schuld. Ik raakte pas veertig jaar na datum geboeid door de zaak die in 1976 niet alleen Dordrecht opschudde. Heel Nederland, nou vooruit een deel van het land rilde, tenminste een beetje.

Het verbrijzelde hoofd en de linkervoet in de rode sok behoorden toe aan een jonge Dordtenaar, die de benen had genomen uit Penitentiair Trainingskamp De Corridor. Deze experimentele inrichting voor jeugdige boeven, al lang ontmanteld, stond in Zeeland. Niet in de provincie maar in het gelijknamige dorp. Dat lag en ligt in Brabant. Het bleek indertijd betrekkelijk verwarrend. Bezoekende ouders en vriendinnen van het schorremorrie arriveerden  meer dan eens in Middelburg.
Ik stuitte op de gevluchte Dordtenaar als auteur van een boek over De Corridor. Daarin komt hij overigens levend noch dood voor.

Zes jaar
De slaapzakmoord werd – maakt u zich geen illusies over een zenuwslopende thriller – binnen enkele dagen opgelost door Papeveld en de zijnen. De verdachten kwamen snel in beeld. Ze bekenden al even vlot.

rode sok en het kwaad
**De Telegraaf, 8 januari 1977.

Het ging inderdaad om Anneke V, de vriendin van het slachtoffer, en ook om ene Daan M, vriend van haar en van hem. Van haar iets meer.
De twee werden begin 1977 voor het ‘medeplegen van moord’ tot dezelfde straf veroordeeld: zes jaar. Daarvan zaten ze er vier vast, grotendeels althans. Allebei wisten ze een of meerdere keren te ontsnappen. Steeds weer werden ze in de kraag gevat.
U gaat er, mits volhouder, meer over lezen. Vooral over de lotgevallen van Anneke, de regisseur, als eerder gesteld pas 19 ten tijde van moord en veroordeling. Partner in het kwaad Daan was 28. Hij duikt in dit feuilleton slechts op waar nodig.

Bijt door een enkel cijfer heen en het zal duidelijk worden dat Anneke tot een exceptioneel gezelschap behoort. Om er kop en staart aan te geven: in 1976 werden in Nederland 112 moorden gepleegd, in 2018 zeven meer. De statistieken – toen en nu – laten zien dat de dader in minder dan tien procent van de gevallen een vrouw is. Zelden een vrouw zo jong als Anneke.

Onderwereld
Volgens Papeveld had ze een even emotionele als drastische en volstrekt verkeerde keuze gemaakt. Hij was Anneke uit het oog verloren, maar voorspelde dat zij zich na vrijlating niet door ‘het milieu’ had laten verleiden.
Dat alles maakte me – ik suggereerde het eerder – nieuwsgierig. Als zij inderdaad niet was afgedaald naar de onderwereld, hoe had zij dan haar leven ingekleurd? Hoe verwerkte ze de moord? Praatte ze erover met vriendinnen, een echtgenoot misschien, haar kinderen?
Op zoek dus naar Anneke.
Uiteindelijk vond ik haar. Ze leidde, vertel ik op voorhand, een enerverend tweede leven. Daarin was plek voor naasten met enige reputatie. Zo werd Annekes zwager – inderdaad, ze trouwde – in Amsterdam geliquideerd. En dat gebeurde bepaald niet per ongeluk.

Volgende keer: De oude Zeldenrust