Op een van de laatste pagina’s van zijn nieuwe boek De Burgerbaron prikt Luc Panhuysen naar zijn hoofdpersoon. Types zoals Joan Derk van der Capellen zo schrijft hij “kunnen pietluttig zijn, mateloos ijdel, wijdlopig en eindeloos betweterig, ze kunnen irriteren door hun gedram en ongeneeslijke dwarsliggerij”. En toch, vervolgt hij met zoiets als contradictie, “zijn ze een zegen”. Niet in de laatste plaats voor geschiedschrijvers. Al staat deze laatste zin er niet bij.
Baron Van der Capellen (1741-1784), net als de auteur import-Zwollenaar, mag een van de vroege vaderen van het patriottisme heten. Hij is een pain in the ass van de gevestigde orde, maar het staatsbestel vervloekt hij niet.

Aan het Volk
In zijn pamflet Aan het Volk van Nederland (1781) rekent de baron af met de poppetjes: met erfstadhouder Willem V en zijn orangisten die vrijheden beknotten en de Republiek aan derden verkwanselen, niet in de laatste plaats aan de Engelsen. Van der Capellen wil het volk mobiliseren, en dat lukt heel aardig. Zijn naam echoot. Hij biedt inspiratie aan Multatuli (1862) en Pim Fortuyn (1992), die in de volgende eeuwen hun eigen Aan het Volk van Nederland zullen schrijven.

Zo begint mijn interview met schrijver Luc Panhuysen: ‘De Burgerbaron op heterdaad betrapt’. Het is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad (nr 12/2024). 
Je kunt het hier in zijn geheel lezen. Klik op de pagina’s voor een leesbaar formaat. 

Wil je meer over geschiedenis weten? Kijk ook eens op de website van Historisch Nieuwsblad.

 

Panhuysen

Panhuysen

Panhuysen

Panhuysen