Wees gewaarschuwd.
We gaan over op roddel en achterklap.
Over Desi Bouterse, president van Suriname.
Voormalig couppleger en legerleider.
Verdachte in het Decembermoordenproces.
Maar dat terzijde.
De praatjes stammen uit 1986.
Ik was aan het neuzen in de CIA-archieven.
Vanwege een verhaal dat binnenkort verschijnt.
Het indertijd vertrouwelijke en inmiddels vrijgegeven bericht was bijvangst.
Ondermaatse praatjes?
Ze kwamen van de Amerikaanse ambassadeur in Brazilië.
En hij, de ervaren diplomaat Harry W. Shlaudeman, had de vertelsels weer van een ander.
Het was in de tijd van Neerlands hoop.
Hoop dat het spoedig gedaan zou zijn met Bouta.
Brunswijks Junglecommando was opgestaan.
Het was hommeles.
In november slachtte het leger in marrondorp Moiwana onschuldigen af.
En Nederland bereidde in grote stilte een invasie voor.
Maar dat zou pas vele jaren later blijken.
Op het laatste moment afgeblazen.
Druk diplomatiek berichtenverkeer in die tijd.
Bij de buren in Brasilia echode een gerucht.
Bouterse zou een huis hebben gekocht in Belem, aan de monding van de Amazone.
Was dat een vluchtadres?
Die vraag kwam van Nederlandse zijde, de zijde van de hoop.
Welnee, gaf Shlaudeman door in zijn ambtsbericht van december 86.
Het ging om Desi’s nestje.
‘Duidelijk slechts bedoeld om een maîtresse onder te brengen.
Veel Surinamers houden er zoiets op na in Belem.’
Het ging om Surinamers van betekenis, zogezegd heren van plezier.
Dat laatste wist die Shlaudeman dan weer van zijn informant.
Deze uitte meteen ook zijn zorgen.
Het bericht, opgevangen door de CIA, eindigt met geweeklaag over de Surinaamse Casanova’s.
En hun zogenoemde buitenvrouwen.
Want: ‘Zij houden de agenten van de Braziliaanse inlichtingendienst wel erg bezig’.
‘Nestje slechts
bedoeld voor
een maîtresse’
Wie Harry W. Shlaudeman was? Klik hier.