De kranten vonden het indertijd uiterst komisch. En dus varieerden ze naar hartenlust op het thema ‘Löns bij Luns’. Beide namen spreek je hetzelfde uit. Ze hadden ook kunnen kiezen voor ‘Josef bij Joseph’. Want de voornamen van de beide mannen kwamen ook overeen.

Door Twan van den Brand

 

De ene helft van dit duo kent u wellicht nog. Joseph Luns, onvoorstelbaar lang minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de NAVO (van 1952 tot 1984). Een grote mijnheer van de Katholieke Volks Partij (KVP) in een, vaak van krijtstreepje voorzien, donker kostuum. Hij had een dun snorretje, hese basstem, een repertoire aan anekdotes en een broer die Huib heette, naar hun vader.
Huib jr. kwam in beeld toen Joseph ervan werd beschuldigd tussen 1933 en 1936 lid te zijn geweest van de NSB. Eerst was er geheugenverlies, vervolgens beweerde de toenmalig NAVO-chef: ‘Men verwart mij met mijn broer’. Maar dat bleek onzin. De volgende variant (‘Mijn broer heeft me buiten mijn medeweten als lid opgegeven’) bleek net zo’n grote larie, al kwam dat pas later aan het licht.

Luns
*Minister Joseph Luns (Nationaal Archief, 1961).

Genoeg over Joseph, broer van Huib. Die andere Löns was dus geen broer. Hem kende ik niet tot ik aan de slag ging met mijn volgende verhaal voor het Historisch Nieuwsblad (u moet nog geduld oefenen en nee, het gaat niet over Luns & Löns). Op wie ik stuitte? Lees maar mee.


Duits ambassadeur

Josef Löns was de West-Duitse ambassadeur in Nederland van 1958 tot en met 1963, jaren waarin de ander minister was. Het kwam in Den Haag inderdaad enkele keren tot een Luns-Löns-onderonsje. En het moet gezegd: het was niet altijd even gezellig.
Zo werd Löns in 1961 door Luns op het ministerie ontboden nadat de Bondsrepubliek de Indonesische president Soekarno had uitgenodigd voor een officieel bezoek. Dat strookte geenszins met de politiek van oud-kolonisator Nederland en al helemaal niet met de persoonlijke opvattingen van de minister die nog druk was met zijn – vergeefse – missie tot behoud van Nieuw-Guinea.

Luns
*De Zundertse Löns (Het Vrije Volk, 1958).

Uit Zundert
Ambassadeur Löns was als zoon van een Duits echtpaar in Nederland geboren, in 1910. Zijn vader werkte enige tijd als leraar in Amsterdam. Het gezin had een buitenhuisje in het Zundert van Van Gogh. Daar in het rustige West-Brabant wachtte moeder-Löns de bevalling af.
Josef groeide op in Duitsland, nabij de Nederlandse grens. Hij studeerde rechten. Tijdens de oorlog diende de jonge jurist de Wehrmacht in Rusland. Na die krijgsdienst werd Löns medeoprichter van de christelijk-conservatieve CDU (die van Merkel) en vertrouweling van de allereerste bondskanselier, Adenauer. De twee kenden elkaar bovendien uit Köln, waar de een wethouder was en de kanselier zijn sporen als burgemeester had nagelaten.

De ene Löns mocht dan zijn naaste zijn, aan de Nederlandse minister had Adenauer de schurft. Of, zoals de bondskanselier Churchilliaans verwoordde: ‘Als alles verkeerd gaat, als ik kiespijn heb, de Bondsdag gaat dwarsliggen, de pers mij onderuit probeert te halen en mijn partij om een andere kandidaat roept, dan troost ik mij met de gedachte dat er één sterveling nog erger aan toe is dan ik: mevrouw Luns.’

Frau Daisy
Eenmaal in Bonn moest Löns personele plooien gladstrijken. Onder meer toen de Duitse ambassaderaad in Londen in opspraak geraakte, met dank aan zijn echtgenote. Deze Daisy hield tijdens een partijtje ter ere van Kerstmis een speech die tot brokken leidde. Ze sprak, doelend op de Britten, over ‘vijandelijk buitenland’. Dat landde in Londen niet zo lekker. Op advies van Löns werd de ambassaderaad fluks tot de pensioenstand verheven. De Britse roddelpers betreurde vooral het vertrek van ‘Frau Daisy’, voormalig miss Duitsland Daisy d’Ora, barones van Freyberg.
Enkele jaren nadien, in februari 1958, werd Löns ambassadeur in het land van Luns. Hij sprak volgens de Friese Koerier goed Nederlands, ‘zelfs beter dan prins Bernhard’.  Eind 1963 zou hij naar Wenen worden overgeplaatst.

Luns
*Luns & Löns en hun echtgenotes op de afscheidsreceptie van de ambassadeur in 1963 (Nationaal Archief).

Vier van Breda
Gedurende Löns jaren in Den Haag dreunde de Tweede Wereldoorlog nog na. Het was de periode waarin de Bondsrepubliek schadevergoeding toezegde aan nazislachtoffers en waarin de na de oorlog door Nederland geannexeerde grensgebieden – een zogeheten grenscorrectie van 69 vierkante kilometer – werden teruggeven aan Duitsland.
Bovendien was er het pleidooi van enkele hoogleraren in het Nederlands Juristenblad voor vrijlating van toen nog de Vier van Breda, de Duitse oorlogsmisdadigers Lages, Aus der Fünten, Kotälla en Fischer. Dat zorgde voor aanhoudende volkswoede.

Luns
*Wel Löns, geen Luns (De Volkskrant, 1958).

Sauna Diana
Josef Löns sloot zijn diplomatieke loopbaan in 1973 af in Zwitserland. Hij overleed het jaar daarop.
Of hij ooit zijn geboortegrond bezocht? Jazeker. Voor het eerst kort na de Eerste Wereldoorlog. Nederland bood toen duizenden Duitse kinderen kans op een lange vakantie om fysiek en geestelijk aan te sterken. Josef was een jaar lang een van hen. Hij verbleef even in Rijswijk, later in ‘zijn’ Zundert.
Hij is vast vaker weergekeerd. Maar in tegenstelling tot Vincent en Theo van Gogh en Jan Siemons, een wielrenner die Sauna Diana uitbaatte, heeft Josef Löns het op Wikipedia (nog) niet tot de rubriek ‘Geboren in Zundert’ geschopt.