Met negen miljoen inwoners, de helft van nu, vreesde Nederland na de Tweede Wereldoorlog voor overbevolking. Maar Duitsland had een schuld in te lossen en beschikte over onmetelijke akkers. Dus ging het al snel over annexatie, ja Lebensraum. 20.000 vierkante kilometer? Meer zelfs. ‘Nederland’s grens kome aan de Wezer!!!’
De herwonnen vrijheid zorgde bovenal voor euforie. En in die euforie leken verwachtingen grenzeloos. De Duitsers waren verjaagd, maar moesten nog wel boeten. Gedurende de oorlogsjaren hadden ze Nederland onbeschrijflijk leed bezorgd en voor ruim 25 miljard gulden schade aangericht.
Een rekening sturen? Duitsland lag in puin. In alle opzichten. Over de bodem van de staatskas rolde een enkele waardeloze rijksmark. Herstelbetalingen, vergeet het maar. Er was hooguit kans op een schamele schadevergoeding.
Tien miljoen kippen
Have en goederen ter compensatie? Psycholoog Jacob Luning Prak inventariseerde wat Nederland van de buren tegoed had. Zijn verhaal haalde in juni 1945 verschillende kranten. Een kleine greep uit Praks lijst: 3,5 miljoen koeien, varkens en paarden, tien miljoen kippen, vijfduizend binnenschepen, honderdduizend vrachtwagens, tien miljoen ton kolen en, ja, twee miljoen fietsen. Geen mens geloofde dat het allemaal deze kant op zou komen.
Waar Duitsland genoeg van had: grond. Dus werd nadrukkelijk naar die mogelijkheid gekeken. Nederland voelde de grenzen knellen. Het wilde meer ruimte voor zijn snelgroeiende bevolking. Aan de negen miljoen inwoners zouden er volgens voorspellingen jaarlijks tussen de honderd- en tweehonderdduizend worden toegevoegd. Als je het met een besmeurd woord wilde benoemen, en sommigen deden dat vrijuit: er was Lebensraum nodig.
Zo begint mijn verhaal over de Nederlandse expansiedrift na de Tweede Wereldoorlog. Je kon het lezen in het oktobernummer van Historisch Nieuwsblad. En nu ook helemaal hier, op deTaalvanTwan. Inclusief de Eltener Boternacht.
Klik op de zes pagina’s voor een leesbaar formaat.
Zie ook de site van het Historisch Nieuwsblad.