Ik lach niet

 

Tandarts, wachtkamer.
Beeldscherm, boodschap.
‘Amerikaanse jongens die op hun foto voor het highschool-jaarboek lachen zijn later veel succesvoller in zaken en in het huwelijk.’
Dan moet je nog naar binnen.
Naar zo’n type in het wit met allemaal enge apparaten.
En dan heb je de eerste dreun al gehad.
Want opeens is het natuurlijk klip en klaar waarom ik op genoemde terreinen ernstig faal.

Primera, hokje achterin.
Fotocamera op statief, jongedame.
‘Wilt u even lachen.’
Het klonk vriendelijk, maar niet als een vraag.
Nee, zei ik, daar ga ik niet aan beginnen.
‘Zou u toch eens moeten doen’, adviseerde ze, half verborgen achter de camera.
Ik hield het bij mijn weigering.
Waarom zou ik lachen als er niks te lachen valt?

Gemeentehuis, nummertje 1301.
Glazen hokje, mevrouw de ambtenaar.
‘Zo dus mijnheer wil een nieuw paspoort én rijbewijs.’
Dat was inderdaad het geval.
En heeft u pasfoto’s meegebracht?
Ik waarschuwde de overkant.
Och, zei ze luchtig, ik ben wel wat gewend.
De foto’s gleden over de balie.
‘Daar word ik niet warm of koud van’, liet ze weten.
Ik voelde dat mijn lip heel even bewoog.

 

‘Met een lach ben je
succesvoller in
zaken en huwelijk’

XXXX

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.