Een jaar na Parijs 1968 rommelde het in Nederland.
Studenten kwamen in beweging.
Nog altijd kleeft de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam op het netvlies.
Maar het oproer begon toch echt elders.
Met rode menie, protesten tegen oorlogstuig en regenten, een negendaagse bezetting.
Reuring in het brave roomse zuiden.
De Nederlandse studentenleider Ton Regtien betoogde later:
“Tilburg leverde de doorbraak”.
In het januari-nummer van het Historisch Nieuwsblad:
mijn verhaal over de Karl Marx Universiteit.
Het ligt in de schappen bij kiosk, supermarkt, boekenzaak, elders.
50 jaar terug in de tijd, ook met rebellen van toen.
Onder hen een maoistische studentenleider.
In 2017 uitgezwaaid als PvdA-burgervader.
Hier het ijskoude begin van het verhaal.
Als opwarmer.
“Het is stervenskoud. Gevoelstemperatuur ver onder nul. Er ligt een pak sneeuw. Toch hebben twaalf studenten van de Katholieke Hogeschool Tilburg de voorbije nachten, in wisseldiensten, urenlang in een greppel gelegen. Die beproeving is nodig om in kaart te brengen op welk tijdstip de bewakers hun ronde doen.
Maar nu, in de vroege ochtend van dinsdag 18 februari 1969, zo tegen vieren, sjouwen de studenten met ladder, kwast en menie naar de hoofdingang. Boven de poort schilderen ze in rode kapitalen: KARL MARX UNIVERSITEIT.”