Terug uit New York.
Terug van een interview met een dartele 90-jarige.
Een schrijfster, die zegt dat oud worden haar beter afgaat dan jong zijn.
“Ik was geen Shirley Temple.”
Nee, zij heette Lore Groszmann.
En ze heet, sinds haar huwelijk, Lore Segal.
Goed voor een reeks van boeken en korte verhalen.
Voor volwassenen, voor kinderen.
Alweer even geleden genomineerd voor de Pulitzerprijs.
Andere eer wel gekregen, veel eer.
Net weer een verhaal klaar voor The New Yorker.
Bezig aan het volgende.
Ze werd in Wenen geboren.
In 1938 als 10-jarige joodse, enigst kind, door haar ouders op de trein gezet, weg van Hitler.
Tienerjaren bij gastgezinnen in het haar nog immer dierbare Engeland.
Daarna even in de Dominicaanse Republiek gewoond.
Sinds 1951 in de VS, eerder mocht ze daar niet binnen.
Of dit thuis is?
Met humor: “Dit wel.”
Dit is Riverside Drive, twaalf hoog aan de Hudson.
In deze buurt arriveerde ze indertijd, hier bleef ze.
De rest van Amerika zegt haar een tikkeltje minder.
Even hoogleraar geweest in Chicago.
Leuke stad, geen thuis.
Enkele etages onder haar stee van geluk woonde haar moeder.
Kort na Lore Wenen ontvlucht, inmiddels overleden.
Ze werd 100.
Sterk geslacht, sterke vrouwen.
Binnenkort een nieuw boek.
Nou, zegt ze aarzelend, niet helemaal nieuw.
Een bundeling van reeds geschreven deels ongepubliceerde verhalen.
Volgens haar uitgever gaat het The journal I never kept heten.
Zelf twijfelt ze nog over de titel.
Of het haar laatste is?
Ze lacht haar luide, impulsieve lach.
“Ik doe achttien jaar over een boek, wat denk je?”
In die achttien jaar schuilt de overdrijving.
Zie haar palmares.
Maar zelfs al zou het zijn zoals ze zegt:
laten we – zo hups aan de Hudson – vooral niks uitsluiten.
Hups aan de Hudson:
‘Ik ben beter in
oud worden
dan in jong zijn’
Meer weten over leven en werk van Lore Segal? Klik hier.
Reageren? Dat kan hier.
Je mailadres wordt niet op de site vermeld.
Fout: Contact formulier niet gevonden.