Het nieuwe jaar nog maar net op gang, komt het bericht dat Hijn Bijnen, collega en fotojournalist in Suriname, is overleden. Toen hij daar in 1993 naartoe trok, liet hij met Nederland een turbulente geschiedenis achter zich. Raadslid voor Kabouter in Amsterdam, coördinator van Oranjevrijstaat, actievoerder in de Nieuwmarktbuurt, bedenker van de vrije stadstaat Oss. In 2007 keken we samen terug. Onderstaande verhaal verscheen toen in Het Parool en het Brabants Dagblad.
door Twan van den Brand
Tijdens het eerste gesprek spat het water bijna door de hoorn van de telefoon. Het heeft weer eens gestortregend in Suriname. De straten van de hoofdstad Paramaribo staan blank en de auto’s klotsen door de plassen. “Je hoort het zeker wel”, zegt de man aan de andere kant ten overvloede.
De lijn is niet zo best, zijn stem klinkt zacht. Aan zijn grote teen, vertelt Hijn Bijnen (59), sabbelt net een ara. Niet zo’n best moment voor een lange conversatie. Die moet later maar volgen. Het zal dan gaan over zijn roerige verleden.
De zwoelte van Paramaribo, waar hij als fotograaf de kost verdient, is in de plaats gekomen van de hectiek van jaren her. Bijnen raakte gepokt en gemazeld in het roerige Amsterdam van de jaren zestig en zeventig. Hij was gemeenteraadslid voor de bovenal ludieke Kabouterbeweging, maar ook actievoerder in de Nieuwmarktbuurt, waar veldslagen woedden tussen krakers en politie. Dat brave ei in zijn voornaam, had hij toen al lang ingeruild.
De rechter en de kraker
“Mi gado, zo lang geleden”, heeft hij voorafgaand aan het gesprek laten weten en hij excuseert zich op voorhand voor eventuele wilde waarheden uit zijn jeugd. Half schertsend: “Er is dacht ik niet zoveel aan mijn openbare leven waar ik mij voor schaam, en van de rest weet niemand iets af, hoop ik.”
In zijn geheugen zijn de details weggesleten, maar het boek Louter Kabouter (1996) en persoonlijke documenten bieden ondersteuning. Bijnens archief is in elk geval voor een deel opgeborgen in de dozen van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Het bevat correspondentie, officiele stukken, actiemateriaal en zowaar de tekst van een eenakter, een stuk straattoneel waarin hij acteerde: De rechter en de kraker.
Rechter: “Wij zijn hier om recht te doen aan
hen die recht toekomt. Wij beschermen kapitaal
en goederen van hen die kapitaal en goederen
bezitten. Het aantasten van andermans
geld en goed is ontwettig en dus revolutionair.”
Verdachte (kraker): “Ik ben onschuldig.”
Rechter: “Hou je mond.”
Hijn Bijnen komt in 1971 in de gemeenteraad van Amsterdam. Twee jaar later staat hij zijn zetel af aan een even veelbesproken als omstreden opvolger. Een wisseling van de wacht met een ouverture.
Roel van Duijn
Het is maandagochtend 12 februari 1973 als Roel van Duijn achter de typemachine kruipt. “Beste Hijn”, zo begint hij. “Ik schrijf je deze brief omdat ik dringend behoefte heb aan meer duidelijkheid over mijn eigen leven en jij degene bent die me dat geven kunt.”
Van Duijn wil graag terugkeren in de gemeenteraad van Amsterdam. Hij heeft een probleem. Hoewel het afspraak is dat de leden van de Kabouterfractie hun zetels laten rouleren, wil niemand opstappen – en al helemaal niet voor hem. Roel van Duijn is het (media)gezicht van het voorbije Provo en nu van de Kabouterbeweging. Hij is “een beetje te veel een verzameling krantenknipsels”.
De geadresseerde twijfelt als enige of hij in de raad wil blijven en dat weet Van Duijn. Hij dringt aan. “Ik vraag je je uit te spreken over je toekomstplannen, zodat ik mijn eigen toekomst onder ogen kan zien.”
Enkele maanden later maakt Bijnen plaats. Dat gebeurt niet zonder morren. Het afzwaaiende raadslid moet eveneens weinig hebben van de egotrippende Van Duijn. Hij roept de achterban bijeen voor een oordeel: de vrijkomende positie vacant laten of toch maar het pluche gunnen aan…… Jawel, de “verzameling krantenknipsels” mag ondanks de reserves terugkeren.
Stadstaat Oss
Bevrijd van het raadslidmaatschap kan Hijn Bijnen zich nadrukkelijker inzetten voor de Actiegroep Nieuwmarkt. Die vecht tegen de dreigende kaalslag als gevolg van de aanleg van de Amsterdamse metro en – nieuwe visie op de oude stad – sjieke banken, hotels en appartementen. De actievoerders betogen, kraken woningen die plaats moeten maken, schrijven nota’s en pamfletten en helpen omwonenden.
Bijnen zit in het centrum van de actie, daar waar hij zijn wil. Jaren eerder heeft hij zijn ouders wijsgemaakt dat politicologie studeren alleen maar in Amsterdam mogelijk is. Het ludieke verzet dat dan nog wordt gevoerd door Provo boeit hem mateloos. Hij wil meedoen, maar is midden jaren zestig een tikje te jong, tienerzoon van een Osse architect. Voor hij uit Brabant vertrekt, laat Bijnen jr. nog wel een plan achter waarin hij voorstelt dat Oss zich vrijmaakt van Nederland en een aparte stadstaat vormt. Enig economisch verkeer mag blijven bestaan. Zeven getikte vellen met ludieke en serieuze voorstellen.
Kinderachtig gedoe
Hoewel in zijn cityplan het militarisme nog “kinderachtig, achterhaald gedoe” heet, geeft hij gehoor aan de oproep de dienstplicht te vervullen. Wel op zíjn manier natuurlijk. Bijnen wordt het eerste soldatenlid van de Bond voor Dienstweigeraars (BVD). Die heeft gekozen voor verzet van binnenuit en zal zijn naam in 1969 veranderen in Bond voor Dienstplichtigen.
Het gaat naar zijn zeggen om speelse obstructie. Hij richt bijvoorbeeld de “Beweging van de 11e maart” op. Een naam die mooi past bij 1968, het jaar van het jongerenoproer in steden als Parijs en Berlijn. De kameraden voeden de discussie in de kazerne en hebben een eigen groet: de linkervuist omhoog. “De reactie? Ik moest van mijn kamer af en mijn peloton uit. De Centrale Inlichtingendienst en Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst stelden een onderzoek in.”
Na zijn diensttijd blijft Bijnen actief voor het secretariaat van de BVD. Hij is gearriveerd in Amsterdam Kabouterstad. Op 5 februari 1970 wordt de Oranjevrijstaat geproclameerd, met eigen ministeries, een alternatieve economie en aandacht voor natuur en milieu. Zelf bestiert hij het Volksdepartement voor Behoeftebevrediging.
Kabouterwinkeltjes
“Mijn filosofie was dat we in plaats van alleen maar te protesteren ook ideeen moesten uitvoeren. Structuren bouwen, een eigen economie opzetten met confectieateliers, andere Kabouterwinkeltjes, een alternatieve voorjaarsbeurs voor onze bedrijfjes. Iets nieuws zetten tegenover de oude maatschappij.”
De Kabouters doen op hun manier ook mee in het gemeentelijk bestuur. Bij de verkiezingen in 1970 halen ze vijf raadszetels. Bijnen treedt het jaar daarop aan. Het is een hectische tijd, want zoveel meningen als er altijd in de Kabouterwereld zijn geweest, zoveel zijn er ook in de fractie.
“Provo was een ongestructureerde verzameling creatieve geesten. Kabouter heette iets serieuzer te zijn, maar was ook ongeorganiseerd. Wat we bereikt hebben, hebben we vooral buiten de raad bereikt.”
“Wat dat is? We zijn heel anders gaan staan tegenover autoriteit en gezag. Het onderwijs is enorm veranderd. Kabouter maakte deel uit van die veranderingen en heeft daaraan bijgedragen. Vergeet niet dat de maatschappij na de oorlog was dichtgespijkerd. Ook in de jaren zestig nog. De jeugd, de naoorlogse geboortegolf, kwam massaal aanzetten. We werden alleen al in getal sterker en sterker.”
Nieuwmarkt
Zijn opvolger in de raad treft hem de 7de april 1975 als actievoerder bij de Nieuwmarkt. “Hijn Bijnen (vroeger ook Kabouterraadslid) groette mij vanuit een van de gebarricadeerde panden. Het deprimeert me dat ik weinig kan doen”, noteert Roel van Duijn, dan PPR-wethouder, in zijn (dag)boek Tranen.
De felle botsingen met de politie zijn dan al geruime tijd aan de gang. “Verbeten gevechten in de Nieuwmarktbuurt” koppen de kranten. En: “Hevige slag om Nieuwmarktbastion”.
Bij de ontruiming van een kraakpand aan de Lastageweg wordt Bijnen opgepakt en enkele dagen vastgezet. De kraker verschijnt pas veel later voor de rechter. “Ik heb mezelf toen verdedigd. De tenlastelegging was: stenen gooien. Dat had ik zelf niet gedaan, maar ik maakte inderdaad deel uit van een groep waarin dat wel gebeurde.”
“De rechter had het een beetje moeilijk. Ik was inmiddels voorzitter van de bewonersraad Nieuwmarkt, en die had ook net een prijs gekregen voor haar bijdrage in het denken over stedenbouwkundige vraagstukken. Ik hoefde uiteindelijk niet te zitten.”
In 1978 wordt Hijn Bijnen voorzitter van het wijkcentrum D’Oude Stadt, dat het leefklimaat in een groot deel van de Amsterdamse binnenstad bewaakt. Politicologie studeren, daar komt allang niets meer van. Zijn baantje bij de PTT heeft hij omdat er nou eenmaal geld moet binnenkomen. In de actiewereld wordt het allengs wat stiller.
In 1993 verhuist hij naar Suriname, schrijft wat voor Nederlandse media, gaat voor de mensenrechtenorganisatie Moiwana werken en slaat aan het fotograferen. Dat zal hij blijven doen. Contact vanuit de verte met andere Kabouters heeft hij niet meer, de herinnering dringt zich maar zelden op. Maar een beetje Kabouter is hij ook in Paramaribo gebleven.
“In de loop der jaren ga je wat meer nuanceren. Achteraf bezien hebben we in de jaren van de kraakacties soms wat te gemakkelijk mensen beschadigd. Ik heb veel geleerd en schamen hoef ik me nergens voor. Dat verandering van onderaf moet komen, daarvan ben ik nog altijd overtuigd.”
Hijn Bijnen was in de jaren zestig, zeventig en tachtig actief op vele fronten.
Een overzicht.
Actiegroep Nieuwmarkt
In 1970 opgerichte buurtgroep die zich richtte op verzet tegen de aanleg van de metro en overige plannen voor de binnenstad van Amsterdam, waardoor voor veel woningen sloop dreigde.
BVD
Bond voor Dienstweigeraars, opgericht in 1967. In 1969 volgde het besluit om het leger van binnenuit te veranderen en werd de naam gewijzigd in Bond voor Dienstplichtigen.
Cityplan Oss
Een plan van eind jaren zestig om van Oss een eigen staat te maken met een verkeersvrij centrum, open grenzen, nieuw onderwijssysteem en een juridisch systeem zonder celstraffen waarin dader en slachtoffer tot een vergelijk moeten komen.
De Doordrijvers
Woonbotenvereniging, in 1971 opgericht, die onder meer lantaarnpalen kraakte om elektriciteit te krijgen en te bereiken dat bootbewoners over voorzieningen konden beschikken.
D’Oude Stadt
Nog altijd actief wijkcentrum dat een goed woon- en leefklimaat bewaakt in Amsterdam-Centrum.
Kabouterbeweging
In 1969 opgericht, waarbij de kabouter symbool stond voor de mens die de natuur als bondgenoot ziet. Een van de plannen: auto’s met daktuintjes. Anarchistische beweging van ludiek protest. Richtte zich vooral tegen de aantasting van natuur en milieu, tegen overdreven consumptiegedrag. Riep de Oranjevrijstaat uit. Behaalde tijdens de raadsverkiezingen in 1970 vijf zetels in de Amsterdamse raad. In 1974 opgeheven.
Volgde enkele jaren na Provo, de jongerenbeweging die de gevestigde orde tussen 1965 en ’67 provoceerde, bekend werd door de rookbom tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en Claus, door de wittefietsenplannen en ander creatief verzet tegen de autoriteiten, die deze nieuwe vorm van protest met de knuppel begroetten.
Oranjevrijstaat
In februari 1970 door Kabouters uitgeroepen. Een vrijstaat met eigen departementen, eigen winkeltjes, strevend naar een alternatieve economie.
Volksuniversiteit voor Sabotage en Pseudo-erotiek
Kwam voort uit gesprekken die Roel van Duijn, nog als Provoraadslid auteur van de ‘Sabotagenota’, voerde met vertegenwoordigers van de Bond voor Dienstweigeraars. Die voelden zich aangesproken door zijn nota, waarin ook werd opgeroepen tot sabotage in het leger (suiker in de tanks). Met pseudo-erotiek moesten tegenstanders tot de juiste idealen worden verleid.
Voor het eerst verschenen in 2007.
Kijk hier naar de necro van Hijn Bijnen op de site van De Ware Tijd.