Alfred Haighton had veel geld.
En een merkwaardige voorliefde.
Hij verkoos vrouwen met één been.
Linker- of rechterbeen, dat blijft onduidelijk.
Haighton huwde er drie, drie vrouwen met één been.
Alleen zijn eerste echtgenote had er twee.
Zelf liep de miljonair mank na een akkefietje op jonge leeftijd.
Zijn vrouwen moesten slechter lopen dan hijzelf.
De getroebleerde Haighton had miljoenen geërfd.
Vader zat in loterijen en verzekeringen, zoiets.
Met zijn geld werd zoon Alfred financier van het fascisme.
Het Nederlandse fascisme in de vorige eeuw.
Juist daarover gaat de film Allen tegen Allen.
Die beleefde op 1 oktober in Den Bosch een coronapremière.
In de Verkadefabriek sprak ik met regisseur Luuk Bouwman.
Hij en ik peddelend tussen zalen, waar het publiek afstand hield.
Allen tegen Allen is bijzondere geschiedschrijving.
De opkomst van het fascisme aan de hand van fascinerende figuren.
Haighton is een van de vele zonderlingen.
Bouwman belicht ze allen serieus.
Haighton was bij tal van ongure bendes betrokken.
Het duurde nooit lang voor hij ruzie kreeg.
Dan liep hij over naar de volgende fouterik.
De miljonair overleed in 1943, 46 jaar jong, aan een hartaanval.
Het familiefortuin ging niet naar zijn eenbenige weduwe.
Haighton had voor overlijden de ruzie met zijn laatste protegé bijgelegd.
Dat was Arnold Meijer, leider van het Zwart Front.
Meijer gold als “enige en algemene erfgenaam”, aldus Leo Joosten (*).
(*) Joosten promoveerde in 1964 op het onderwerp katholieken en fascisme in Nederland. Wat de erfenis betreft, leunde hij op een verklaring van Arnold Meijer. De Zwart-Frontleider zat na de oorlog enkele jaren gevangen. Later liet hij het geld rollen en bouwde in Oisterwijk hotel-restaurant annex bungalowpark De Rosep. Hij werd bovendien bestuurslid van de lokale VVV. Meijer – die nog in 1959 het graf van de door hem bewonderde Mussolini bezocht – verkocht De Rosep kort voor zijn dood in 1965.
**Meer weten over de film? Bezoek de website van Allen tegen Allen.