Mij is op licht verwijtende toon de les gelezen.
Dat gebeurde terwijl ik me nog aan het verbazen was over Turkije.
Het wordt daar steeds gekker.
Honderden doden.
En nou blijkt er niet eens een couppoging te zijn geweest.
Althans dat beweren tal van levenden.
Die verdenken Erdogan ervan regisseur van ultiem kwaad te zijn.
Bloedbad aanrichten om de dictatuur te vervolmaken.
Hij had zijn eigen versie van Pokemon Go: allemaal de straat op.
Ik was dus bezig met Erdogan Go.
En zijn land van lijstjes.
Die lagen kennelijk klaar.
Geschikt/Ongeschikt.
In het laatste geval ga je achter slot en grendel of overkomt je ergers.
Het trof de afgelopen dagen duizenden.
Ook rechters, ambtenaren, journalisten en onderwijzers.
Zo’n land kan alleen verder met Erdogans eigen Pokemons.
Marionettenpensioen gegarandeerd.
In mijn achterhoofd speelde ook Nice nog.
De witte vrachtwagen.
Plots was wit de kleur van de dood geworden.
Ook al zoiets dat je aan het denken zet.
Ik dacht dat IS, net als de dood, vooral van het zwart was.
Rare wereld.
Dag na dag, droefenis na treurnis.
Tegen dit decor had ik de moed om ander nieuws te bagatelliseren.
Ik suggereerde dat de dood van Hans Vlek me wat minder had beroerd.
Tot dit weekeinde had ik nooit van hem gehoord.
Dat maakt zo’n bewering een stuk makkelijker.
Hij scheen best leuke versjes te verzinnen.
Dat las ik de voorbije dagen in kranten.
Maar zelfs toen ik dat wist geraakte ik niet in een tranendal.
Ik hou niet zo van versjes.
Het maakt van mij ‘een van de zwijnen’ die de paarlen niet verdienen.
Aldus de les van een doorgaans milde bekende.
De dichter had, zo mailde mijn plotse docent, ook nog een andere kwaliteit.
Toegegeven, die sprak me wat meer aan dan zijn versjes.
Vlek was een lokale Zorro.
Want, zo leerde ik, hij was er eentje:
‘die met wapperende zwarte cape een BMW-rijder in de Kerkstraat poëtisch kon uitfoeteren’.
De Kerkstraat in Den Bosch welteverstaan.
Want hier, te Oeteldonk, was Amsterdammer Vlek terechtgekomen.
Na een toernee langs tal van klinieken bleek Reinier van Arkel eindbestemming.
Als je dat leest, klinkt een cape nauwelijks nog gek.
Rest de vraag waarom deze Zorro het specifiek op de BMW-rijder had gemunt.
Nog even wachten op een volgende les, vermoed ik.
‘Hij kon een BMW-rijder
poëtisch uitfoeteren’