Later deze maand in de winkel.
Mijn verhaal over Gideon Walrave Boissevain.
Hij was onze man in Havana, eind jaren 50, begin jaren 60.
Met echtgenote Maria aan zijn zijde.
Zij, kleindochter van de vermoorde tsaarfluisteraar Raspoetin.
De Boissevains speelden daar in Cuba een bijzondere rol.
Het verhaal gaat over een semi-clandestiene operatie.
Een exodus van kinderen.
Het kent, wat de Boissevains betreft, een verrassende wending.
Afijn, nog even wachten.
Details in het volgende nummer van het Historisch Nieuwsblad.
Met dank ook aan de CIA en Haagse bronnen.
Onze man had trouwens een illustere voorganger.
Jim Wormold.
Hij was geen ambassadeur.
Wel stofzuigerverkoper.
Wormold werd door de Britse geheime dienst gerecruteerd.
Geheim agent 59200/5.
Eentje van de getormenteerde soort.
Zijn schepper heette Graham Greene.
‘Onze man in Havana’ is een hilarisch boek, het best in het Engels te consumeren.
Greene’s bestseller werd in 1959 in de Cubaanse hoofdstad verfilmd.
Fidel Castro was net aan de macht.
Gideon Walrave Boissevain verbleef al twee jaar in ‘de parel van de Cariben’.
Die parel, die is van hem.
Hij zag hem allengs minder flonkeren.
Vanwege het gruis van de revolutie.
Ik heb me een knipoogje naar de grote Greene gepermitteerd.
Volstrekt ongepast, mijn wangen rood.
‘Onze man én vrouw in Havana’, staat er boven het verhaal.
Wel even afwachten wat de eindredacteur met zo’n kwinkslag doet.
De titel dekt in elk geval de lading.
Raspoetins kleindochter speelde een voorname rol.
‘Fidel denkt dat de ambassade neutraal terrein is’, fluisterde Maria indertijd.
U begrijpt intussen dat daar geen sprake van was.
‘Door het gruis van de
revolutie flonkerde
de parel allengs minder’
Reageren? Dat kan hier.
Je mailadres wordt niet op de site vermeld.
Fout: Contact formulier niet gevonden.