Ik wil best mijn wekelijkse blog schrijven.
Maar lastig is het wel zo direct na Brussel.
Moet ik het daar over gaan hebben?
Er zijn al zoveel hoofden op tv.
Die hebben allemaal een mening.
En ze doen alsof ze er heel veel van weten.
Altijd weer die hoofden.
Altijd weer die meningen.
Even hiervoor had je dat eveneens met die PSV-supporters.
Wilde ook iedereen zijn plasje over doen.
Columnist, bobo, politicus, voetballer, wijsneus.
Het buitelde over elkaar heen.
Misschien kon u het uwe ook effe niet ophouden.
Prima, laat maar lopen.
Maar van mij hoeft niet iedereen het op tv of in de krant uit te storten.
Kan ik om Brussel heen?
Best wel, zegt de ratio.
Juist omdat die hoofden het hunne daarover al ventileren.
En, lekker stoer, ik laat mijn agenda toch niet bepalen door IS?
We moeten juist blijven wie we zijn.
Nog beter: weer worden zoals we waren.
Want de laatste tijd zijn we al behoorlijk van het padje geraakt.
Die Ossenaren gehoord en gezien?
Voor dat huis waar vier asielzoekers een plek krijgen?
Daarom dus.
Laten we worden zoals we waren.
Dat scheelt ook schaamte.
De emotie maakt het me moeilijk een ander onderwerp aan te dragen.
Zo van: daags na de aanslagen werd V&D bestormd, in Oss één vrouw onwel.
Of nog trivialer.
Over de stempas met glittertjes die ik binnen kreeg.
Weet u wat er onder aan de brief stond die de stempas begeleidde?
Ja, ik bedoel de stempas voor het Oekraïne-referendum.
Ik herhaal: Oekraïne!!!
Er stond: ‘s-Hertogenbosch viert in 2016 de thuiskomst van Jheronimus Bosch.
Ik laat het maar even.
Boeien, zo luidt de moderne samenvatting.
Want nu zijn het toch de slachtoffers van Zaventem en Maalbeek die tellen.
Eén hoofd zei dinsdag iets dat ik wel graag wil accentueren.
Met het pistool van de actualiteit op míjn hoofd keek ik naar DWDD.
Daar zat de jonge Belgische regisseur Adil El Arbi.
Hij beweerde: je kunt momenteel in Brussel beter blond zijn en blauwe ogen hebben.
Zelf een hippe, donkere gast, baardje, zei hij het niet eens depri.
Ik denk dat hij gelijk heeft.
Ik denk zelfs dat het hier in de straat, hier in de trein, hier op het terras, hier in de hoofden ook geldt.
Blond en blauw.
Ik werd er heel stil van.
Laten we worden wie we waren.