Willem1

 

Dit is het opmerkelijke
verhaal van een veroordeelde
Vughtse miljonairszoon,
componist en journalist.
Het onderzoek naar deze
brisante zaak werd mede
mogelijk gemaakt door het
Steunfonds Freelance
Journalisten.

Eerste deel van een drieluik.

 

 

 

 

 

1. Het ruitjesschrift

*Frans van Amelsvoort/ Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC).

D-984, Van Beuningen.
3x naar Parijs
Telkens ±12 dagen
2x per trein, 1x per auto
(2de keer zwarte benzine)

De wijzers schuiven voorbij tienen als Frans van Amelsvoort, onderwijzer en dirigent van de Schola Cantorum, het koor van de Sint-Jan, met potlood enkele reisbewegingen in zijn grijsbruine schrift krabbelt. Hij woont voor de zoveelste keer een ondervraging bij in zaak D-984. En deze 27e september 1945 zal beslist niet de laatste dag van ‘instructie’ zijn, zoals zo’n bijeenkomst ter voorbereiding van de officiële zitting heet.
Zijn schrift raakt vol, ook met verklaringen van verdachten en getuigen in andere zaken. Ze vullen de ene na de andere pagina van het ruitjespapier.
Hij, 45, maakt sinds een paar maanden deel uit van het tribunaal dat recht moet spreken over landgenoten die verdacht worden van collaboratie. “Wij Wilhelmina”, zo begon de aanstellingsbrief. Met de zegen van de vorstin wandelt hij nu enkele keren per week naar het Paleis van Justitie in Den Bosch; vanuit huis is het amper tien minuten.
Het dossier dat deze donderdag voor hem ligt, mag je gerust gevoelig en geruchtmakend noemen. Dat heeft minder met de aanklacht dan met de verdachte te maken. Willem van Beuningen jr. stamt uit een gegoede familie; oud geld, heel veel geld. Zijn ouders staan in aanzien, ze maken zich sociaal verdienstelijk en behoren tot de kring van invloedrijke Nederlanders.
Moeder Charlotte Fentener van Vlissingen heeft in de oorlog de gevangenen van SS-concentratiekamp Vught geholpen. Ze wordt er door velen voor geprezen. Willem senior is volgens de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche Courant “vanwege zijn legendarische menschenliefde”, en zeker niet alleen daarom, koninklijk onderscheiden.
Uitgerekend hún zoon zit nu al maanden vast in het kamp waar zijn moeder indertijd hulp heeft geboden. Alleen verblijven daar niet langer slachtoffers maar daders: collaborateurs, landverraders.

 

2. Weg van de kouwe borden

Willem jr, bijna 34 als Frans van Amelsvoort zijn aantekeningen aan het ruitjespapier toevertrouwt, is tot componist opgeleid door Maurice Ravel en andere maestro’s. In de jaren dertig leert, werkt en woont hij in Parijs.
Je kunt hem een levensgenieter noemen, al zou hij gezien zijn voorliefde voor fluwelen Franse woorden zelf waarschijnlijk kiezen voor boulevardier, veronderstelt zijn jongste zoon Charles.
Verdere navraag is niet meer mogelijk. Willem overleed in Blonay, Zwitserland, even voorbij Montreux, een dorp voor boer en beau monde, leunend tegen een berg, met zicht op het meer van Genève. Wees nou eerlijk, dat past een boulevardier beter dan Meppel of Macharen.
In 1960 heeft hij Nederland achter zich gelaten vanwege het rooie gevaar en de belastingen, ook omwille van de kouwe borden en hondse bediening in de restaurants.
Er resten hem dan nog tien mooie jaren. Eerst met derde echtgenote Joy, voormalig actrice bij het Frankfurter Künstlertheater, naar wie hij zijn landgoed in Blonay vernoemt: Domaine Joyeux. Later met Solange, een jongere Française, voor wie het geloven wil zijn secretaresse, voor anderen zijn maîtresse. Gerekruteerd in een bordeel, sputtert Joy. IJverzucht of niet, aan Willems hand lopen vaker vrouwen mee, soms lang, soms heel even.
Op zijn 58e zit het hier en nu erop. Hartinfarct en levercirrose spannen samen en worden hem fataal. Hij heeft l’amour omhelsd, de muziek bemind en zijn leven gul kleur gegeven. Maar aan hem kleeft ook die ene donkere episode.   

Willem1
*Op de voorgrond het kasteel van Blonay, daarachter het plaatsje Vevey/ Wikimedia Commons.


3. Euforie en chaos

De vragen doemen als vanzelf op. Waarom belandt de zoon van twee weldoeners achter prikkeldraad? Wat deed hij, wat dreef hem? Hoe verwerken zijn ouders de internering? Wordt hij veroordeeld? Wat komt er van hem terecht?

Willem van Beuningen jr
*Willem van Beuningen jr./ Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC).

Voor de eerste antwoorden geraak je al snel bij Willems vrije geest en bijzondere levenswandel. Bij zijn karakter ook. Hij buigt lenig mee met de ideeën van anderen. Vrouwen en vrienden krijgen gemakkelijk vat op hem. Ruzie? Sores? Daar danst hij het liefst van weg.
Je komt, wat die antwoorden betreft, evenzeer uit bij de epiloog van de oorlog, waarin verschillende groeperingen hun plaats bevechten in het nieuwe Nederland. Dat begint in de herfst van 1944 als euforie én chaos de bevrijde zuidelijke provincies overspoelen.
Rijkeluiszoon Van Beuningen wordt dan middelpunt van een botsing tussen voormalige illegaliteit, Militair Gezag en politie, die zich tot in de regering in Londen doorvreet. Hij ontsnapt aan een ontvoering door verzetslieden, zijn juridisch dossier verdwijnt. Er borrelt meer. Of dat allemaal toeval is? Welnee, dat is geen toeval.

 

4. Bij de boeren Caesar

Het tribunaal en die logies achter prikkeldraad zijn nog verre toekomst als Willem het gymnasium afrondt. Zijn ouders hebben hem beloofd dat hij muziek mag studeren in een stad naar keuze.
Nog voor zijn verhuizing naar het door hem uitverkoren Parijs, verkent hij Italië. De jaren twintig lopen op hun eind, de wereld staat vanwege een beurskrach in New York aan de vooravond van een economische crisis. Hij gaat langs bij “een man met donkere huid en kale kop, ook wel beschreven als de boeren Caesar”, zo geeft zoon Charles de geschiedenis door in stukken die nog geen enkel archief hebben bereikt.
Willem meets Benito, ooit socialist, vervolgens leider van de zwarthemden, in 1922 aan de macht gekomen na een mars op Rome. Andere Europese leiders kijken de eerste jaren eerder nieuwsgierig dan veroordelend naar zijn fascistische dictatuur.
De juist geslaagde gymnasiast bewondert Mussolini die (andermaal Charles) “voor de gewone man opkwam zonder – zoals de Marxisten – de hogere klassen te willen vernietigen”. Hij zal later een zwart vlaggetje op zijn motorfiets monteren.

Willem1
*Mussolini in 1930 op inspectie in Milaan/Bundesarchiv.


5. Het schuim van Europa

In Parijs vindt hij een kamer bij boekhandelaar Morland aan de Avenue Simon Bolivar in het 19e arrondissement. Willem studeert begin jaren dertig muziek bij Maurice Ravel, geroemd vanwege zijn Boléro, en bij Darius Milhaud. Die laatste zal, na zijn vlucht voor de nazi’s, in Amerika nog lesgeven aan Burt Bacharach en Dave Brubeck.
Met een andere docent, Charles Koechlin, meester van de orkeststukken, een radicale rooie nog wel, raakt Willem voor het leven bevriend. Naar hem vernoemt hij zijn jongste zoon. Linkse rakkers zijn uitvreters, behalve als ze tot zijn vriendenkring behoren.
Naast de muziek lonkt de journalistiek. De eerste oefeningen stellen teleur. “Het verslag van de tentoonstelling der Onafhankelijken te Parijs verraadt gebrek aan journalistieke routine”, leest hij in een brief van hoofdredacteur C.M. Schilt van Het Vaderland. Of hij “niet eens kan beginnen om voor een provinciaal blad te schrijven?”
Een paar jaar later, tot in de Tweede Wereldoorlog, vindt Willem voldoende zij het niet altijd even onverdachte Nederlandse afnemers die zijn verhalen willen publiceren. Daarin beschrijft hij zowel zijn liefde voor muziek als voor Frankrijk, óók voor het collaborerende Frankrijk van Philippe Pétain.
In een van zijn stukken haalt hij, terugkijkend op de vooroorlogse, socialistische jaren, vilein uit. “Het schuim van Europa en de internationale joodsche woekeraars krijgen alle Fransche belangen in handen, ‘t dieptepunt van Frankrijks ellende is bereikt”, schrijft hij in het Nederlandsch Dagblad, huisorgaan van het fascistische Nationaal Front.
In de meeste teksten betuigt Willem eloquenter steun aan Pétain. Maar ook die leiden ertoe dat hij zich na de oorlog moet verantwoorden voor het tribunaal, dat tegen die tijd wel meer op hem heeft aan te merken.

 

6. Populaire notabelen

Echtpaar Van Beuningen
*Het echtpaar Van Beuningen-Fentener van Vlissingen/BHIC.

Willems ouders behoren beiden tot families die de Steenkolen Handels Vereeniging NV (SHV) hebben opgericht, in 1896 te Utrecht.
Moeder Charlotte Fentener van Vlissingen is al kort geïntroduceerd. Ze komt in dit verhaal nog vaker voorbij. Vader Willem sr vertrekt in 1923 om gezondheidsreden als directeur van de SHV. Hij blijft president-commissaris.
Vijf jaar na zijn afscheid verhuizen ze van de Utrechtse Maliebaan naar buitenplaats Huize Bergen in Vught, tegenwoordig conferentieoord en hotel. Hier is de lucht heel wat zuiverder dan aan die stadse laan, waar later de NSB-top neerstrijkt en het hou-zee echoot.
De echtelieden steken van begin af aan energie en kapitaal in hun nieuwe woonplaats. Ze dragen bij aan de restauratie van raadhuis Leeuwenstein en aan het behoud van natuurgebied IJzeren Man. Ze betalen de bouw van meerdere blokken arbeiderswoningen, witte huizen met groene daken, nog altijd fleurig erfgoed.
Op het nabije landgoed Bleijendijk, dat ze al snel aankopen, laten de Van Beuningens moderne hoeves verrijzen, die ze verpachten. Bovendien praat Willem sr als voorman van de Protestantsche Lijst in de gemeenteraad mee over het wel en wee van het katholieke dorp.
Zijn investeringen bieden in de crisisjaren dertig volop werk aan lokale bedrijven en hun werknemers. Andere notabelen – in en rond Vught rijkelijk aanwezig – mogen hun aandeel leveren, de Van Beuningens lopen voorop en maken zich populair bij diverse lagen van de bevolking.

7. Mussert feliciteert

Die populariteit geldt op 5 april 1934 ook hun zoon. Op deze droge, frisse donderdag loopt het dorp uit voor het huwelijk van Willem jr. met de Haarlemse Julia Steffelaar. Ze zijn allebei 22 jaar en hebben elkaar ontmoet bij de Hollandse tennisclub in Parijs. De jonge echtelieden zullen na de bruiloft snel naar hun favoriete stad terugkeren.
Maar eerst is er de pracht en praal in Vught. “Blijkens de talrijke opkomst stelde schier gansch de gemeente belang”, aldus de Provinciale Noordbrabantsche en ‘s-Hertogenbossche Courant, die signaleert dat de raadszaal door een plaatselijk tuinder is veranderd in “een lustwarande”.
In de Nederlands Hervormde Kerk, evenzeer verfraaid met veel groen, palmen incluis, laat “de bekwame organist de heer Philip Meulbroek een compositie hooren van den bruidegom”. Willem heeft zich in Parijs ontwikkeld tot een bedreven componist.
Als daarna de psalmen versterven, volgt het vermaak. Fuiven kun je aan de Van Beuningens wel overlaten, pleegt moeder Charlotte te zeggen. Er zijn die dag en avond veel gasten, nog meer borrels en het regent gelukstelegrammen. Een daarvan komt van een dubieuze afzender. Anton Mussert, leider van de NSB, de Nationaal-Socialistische Beweging, brengt zijn welgemeende felicitaties over.

Willem van Beuningen jr en Julia
*Willem jr. met bruid Julia Steffelaar in 1934 in Vught/BHIC.

 

8. Hoog tijd voor afstand

Een telegram van Mussert? Willem mag de jaren dertig dan in Parijs doorbrengen, hij is in 1933 lid geworden van de NSB, een partij die net als hij – denk aan het zwarte vlaggetje op zijn motor – de Italiaanse fascistenleider Mussolini adoreert.
Na drie jaar bedankt Willem voor het lidmaatschap, naar eigen zeggen “vanwege de innerlijke verwording” van de beweging. Daarmee doelt hij ongetwijfeld op het toenemende antisemitisme, dat veel meer leden wegjaagt.

*Gerard-Jacques Philips/ Regionaal Archief Rivierenland.

De NSB radicaliseert verder, ze wordt dienstbaar aan Adolf Hitler. Dat geldt evenzeer voor Mussolini. Heeft hij eerder het antisemitisme afgewezen, in de loop van de jaren dertig verandert dat. Zeker nadat hij is ingegaan op handreikingen vanuit Berlijn.
In Europa hebben de meeste volgers – burgers en bestuurders – zich dan al afgewend van de steeds driestere Italiaanse dictator, die in 1935 Abessinië (Ethiopië) binnenvalt en daar rijkelijk met mosterdgas strooit.
Voor Willem is er nóg een reden om de NSB te verlaten. Zijn goede vriend Gerard-Jacques Philips, groepsleider van de partij, verongelukt in de zomer van 1935. Hij is een neef van Anton, drijvende krachten achter het Eindhovense gloeilampen- en elektronicaconcern.
Vriend Gerard-Jacques en zijn echtgenote komen met elf anderen om het leven als een Douglas DC-2 van de KLM in de Zwitserse Alpen neerstort. Willem beweert dat dit verlies voor hem “de wezenlijke banden met de NSB” teloor laat gaan. Hij voelt zich intussen sowieso meer Parijzenaar dan Nederlander.
In 1939 komt er een ruw einde aan dat bestaan als expat. Hij moet het vaderland, meer in het bijzonder vliegveld Ockenburg, verdedigen. De Franse hoofdstad lijkt dan voor lange tijd uit beeld. Toch zal Willem er weldra terugkeren, meerdere keren zelfs, met hulp van de Duitsers.

 

9. Klap voor de Duitse majoor

Na capitulatie en demobilisatie neemt hij in november 1940 met echtgenote Julia, de kinderen Juliette (4) en de volgende Willem van Beuningen (2) zijn intrek in Huize De Overkant in Vught, een rietgedekte villa die vanwege dakramen op verschillende hoogte Het Schele Huis heet. In 1943 komt jongste zoon Charles ter wereld, veertien jaar later in het tweede van drie huwelijken Louisa.
Het Schele Huis is familiebezit. Het staat tegenover Huize Bergen. Willem krijgt niet alleen zijn ouders als overburen. De bezetters hebben het fraaie landgoed aan de rand van het dorp meteen na de inval geconfisqueerd. Voor Charlotte van Beuningen en haar echtgenoot resten enkele kamers. In de andere vertrekken verblijven Duitse officieren.
Zij gedragen zich binnenshuis keurig “ofschoon onze salon gebruikt werd als casino”, noteert Charlotte in haar memoires, die zijn opgeborgen in het familiearchief. De ongenode gasten vertrekken al snel richting Rusland. “Binnen zes weken zijn we terug”, bezweert de commandant. “Dat is ze lelijk tegengevallen”, stelt de vrouw des huizes op haar beurt laconiek vast.
Bij een volgende inkwartiering meldt zich majoor Franz Wolk. Hij krijgt het aan de stok met Charlottes echtgenoot. De overlevering vertelt niet waarover de ruzie gaat, wel hoe die eindigt. Willem jr. zal het later schetsen in een van zijn verhoren.
“Wolk had op zekere dag een twist met mijn vader, die hem in het gezicht sloeg. Hij ging zwijgend naar boven. Mijn vader bood vervolgens excuses aan en Wolk heeft er nooit meer iets over gezegd, hetgeen ik een fijngevoelige geste zijnerzijds vond. Ik heb hem bedankt.”
Zijn dank leidt tot een vriendschap die ook wordt gevoed doordat de ander interesse toont in “de ontwikkeling van de hedendaagse muziek, welke in Duitsland practisch verboden is”, aldus nog steeds Willem. Tot die entartete Musik behoren werken van zijn gevluchte joodse leermeester Milhaud.
Alle Duitsers zijn al lang uit Huize Bergen vertrokken als Charlotte van Beuningen de gevangenen van Konzentrationslager Herzogenbusch, Kamp Vught, gaat helpen met voedselpakketten. Aan de overkant, in Het Schele Huis, is Wolk wel nog regelmatig te gast. De jonge dienstmeid Mientje van der Pas schenkt “soms twee tot drie keer per week” koffie en borrels voor haar baas en de majoor.

Van Beuningen, Huize Bergen
*Huize Bergen, indertijd de buitenplaats van Willems ouders/BHIC.

10. Parijs en Pétain

Met hulp van dezelfde Wolk reist Willem in de eerste oorlogsjaren drie keer naar Parijs, steeds voor een dag of twaalf, zoals Frans van Amelsvoort waarheidsgetrouw in zijn ruitjesschrift heeft opgetekend. Hij schrijft voor verschillende kranten. Het zijn verhalen die vooral beklemtonen hoe fatsoenlijk de Duitsers zich in Frankrijk hebben gedragen, benadrukt het Bossche tribunaal later.
Het doelt op passages zoals deze uit Noordbrabantsch Dagblad Het Huisgezin: “Dan komen de Duitsche troepen, correct en waardig door hun houding en ijzeren discipline. De achtergebleven Parijzenaars kunnen hun oogen niet gelooven. Zijn dat de barbaren?”
Het tribunaal spreekt van laaghartige berichten. Willem op zijn beurt verklaart onomwonden: “Na het uitbreken van den oorlog was ik een groot bewonderaar van Pétain en Darlan (de kopstukken van het met nazi-Duitsland collaborerende regime in Vichy -red). Ik heb hieraan uiting gegeven in een serie artikelen.”
De musicus en journalist heeft zich aangemeld bij de Nederlandse Kultuurkamer, opgericht door de nazi’s. Voor hen is het een instrument om controle te houden over kunst en media. Willem zet na die aanmelding nooit de volgende stap, die naar een volwaardig lidmaatschap. Hij schippert, en dat doen veel vakgenoten.
Als hij toestemming vraagt om naar Parijs te reizen, volgt tweemaal een afgemeten nein. De bezetter houdt de grenzen liefst potdicht. Drie andere keren mag hij wel op pad, onder meer omdat de Major der Gendarmerie Wolk voor hem instaat.
Was onze relatie nou echt zo kwalijk, vraagt Willem na de oorlog aan zijn rechters. De majoor blijkt toch ook gedienstig. Zo waarschuwt hij enkele keren voor een inval van de Sicherheitsdienst bij Huize Bergen, in een periode dat de hulpverlening aan Kamp Vught goed op gang is gekomen. De bezorging van de levensmiddelen aan gevangenen gebeurt weliswaar met instemming van de Duitsers, over de hérkomst van leverworst en balkenbrij willen ze meer weten.
Charlotte van Beuningen krijgt hulp van Rode Kruis, particulieren, bedrijven, boeren én illegaliteit, die onder meer buitgemaakte voedselbonnen naar Huize Bergen brengt. Dankzij Wolks alarm leveren de huiszoekingen niets belastends op. Volgens de vrouw des huizes heeft haar voormalige logé te kennen gegeven “dat ik met vuur speelde en dat hij kon en zou helpen zolang hij in Holland was”.

 

11. Hoeder en nazi

*Major der Gendarmerie  Wolk/ Bundesarchiv.

Als Verbindungsoffizier der Befehlshaber der Ordnungspolizei bekleedt Wolk een vooraanstaande positie. Hij controleert alle politiekorpsen en is tevens de Duitse liaison voor de procureur-generaal, een functie die vanaf juni 1941 door een NSB’er wordt bekleed.
Na drieëneenhalve maand inkwartiering in Huize Bergen verhuist Wolk naar de Willem van Oranjelaan in Den Bosch. In die woonwijk heeft hij geen plek voor zijn hobbydieren, dus grazen zijn schapen bij Klein-Bergen, een boerderij van de Van Beuningens. Zijn ooien worden daar gedekt.
Hij keert pas enkele maanden voor de bevrijding van Brabant terug naar Duitsland. Als het aan hem had gelegen was dat veel eerder gebeurd, zo illustreren documenten uit het Bundesarchiv in Berlijn. In 1942 al heeft Wolk zich gemeld voor de SS, dan nog een vrijwilligerskorps. Reichsführer Himmler heeft hem pas in juni 1944 nodig, in Erfurt.
De Van Beuningens mag hij hebben geholpen, lang niet iedereen is over hem te spreken. In zijn promotieonderzoek constateert de Bredase historicus Joop Bakker dat Wolk een felle nazi is, die stevig greep wil krijgen op de Brabantse politiekorpsen.
Twee jaar na de oorlog laat hij nog eens van zich horen. Als hij in eigen land zijn oude beroep van politieman wil oppakken, moet Wolk een verklaring overleggen waaruit blijkt dat hij geen oorlogsmisdaden heeft begaan.
Daartoe wendt hij zich tot Van Beuningen sr. Op 6 maart 1947 schrijft hij: “U weet dat ik nauwe contacten had met uw zoon. Op Uw of zijn verzoek heb ik veel Nederlanders tegen de Sicherheitsdienst en NSB beschermd. Dat geldt ook voor Uw vrouw vanwege haar hulp aan de kampbevolking. Ik waarschuwde haar via uw zoon als er iets op handen was”.
De brief gaat naar senior omdat Wolk veronderstelt dat de jonge Willem naar Parijs is teruggekeerd. De archieven in Nederland en Duitsland verraden niet of hij antwoord heeft gekregen.

 

Verder lezen? Ga naar deel 2 van de drieluik De zaak-Van Beuningen.

Kijk voor deze longread ook eens op de website van Brabants Erfgoed