75 jaar geleden kwamen ze vrij.
Zij die verbitterd, staatsgevaarlijk en asociaal heetten.
Ze waren na de Duitse inval in Nederland opgepakt.
Niet hier, maar in de Oost, vooral op Java en Sumatra.
Indische NSB’ers werden ze genoemd, hoewel een deel van de 146 bedoelde mannen nooit lid was geweest van die partij of eerder al had bedankt voor het lidmaatschap.
De Nederlandse procureur-generaal in Indië, mr Block, wilde na verloop van tijd best toegeven dat een deel van hen onterecht vastzat.
Maar, zei Block, ze waren “door de lange internering verbitterd en dus kan hun vrijlating niet in het belang van de oorlogsinspanning van het land worden geacht”.
Ze bleven geïnterneerd.
Op 21 januari 1942, kort voor de Japanse verovering van Indië, voerde het motorschip Tjisadane hen af naar de andere kant van de wereld, naar Jodensavanne, vijftig kilometer onder Paramaribo in de jungle van Suriname.
Behalve verbitterd waren ze namelijk staatsgevaarlijk.
In concentratiekamp Jodensavanne heerste een straf regime met dwangarbeid.
Voor hun families waren ze veelal spoorloos.
Op 15 juli 1946 zwaaiden de poorten weer open.
138 mannen – acht kwamen er om – stapten op de boot naar Nederland.
De oorlog was al lang voorbij, maar geen autoriteit had zich druk gemaakt om dat kamp in de jungle.
Nederland was herstellende.
In die andere kolonie vroeg bovendien ene Soekarno om aandacht.
Toen op zeker moment de kosten van internering, 330 gulden per dag, begonnen te wegen, in Suriname en in Den Haag, ging het prikkeldraad alsnog omlaag.
Op 7 augustus 1946 stoomde de Boissevain de haven van IJmuiden binnen met aan boord die 138, “het asociale schuim van de vooroorlogse Indische maatschappij”.
Het citaat is van de Nederlandse militaire inlichtingendienst NEFIS.
Behalve verbitterd en staatsgevaarlijk heetten ze ook asociaal.
Vele jaren later konden de paar mannen die toen nog in leven waren relativeren.
Een van hen, René Hartog van Banda, zei: “Jodensavanne was een concentratiekamp, maar wel het meest menselijke op deze aarde. Daar staat tegenover dat zes jaren van mijn leven zijn gestolen.”
Het laatste jaar deed extra pijn.
Nederland bevrijd, de Oost bevrijd.
Zíj in de vergetelheid.