Hij kreeg eerder een plek in de canon van de vaderlandse geschiedenis. Nu, bijna negentig jaar na het verschijnen van Anton de Koms zo vaak geroemde boek Wij slaven van Suriname, bood minister van Buitenlandse Zaken Hoekstra excuses aan voor het leed dat de Nederlandse regering hem en zijn nazaten heeft berokkend. Bovendien krijgt de Universiteit van Amsterdam een Anton de Kom-leerstoel. Die richt zich op de historische verwerking van het slavernijverleden en de doorwerking in het heden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Centrale Inlichtingendienst, een verre voorloper van de AIVD, Anton de Kom jarenlang in het vizier. Die dienst vond het maar wat vreemd, zo’n “neger die de Nederlandsche taal volkomen beheerschte”. Een keurig gekleed heerschap, ook dat nog. Vervolging en verkettering gegarandeerd.
Lees in het verhaal Hoe Godfried de geheime dienst boeide over de vervolging van De Kom in de jaren dertig.
Of lees Ada’s zware reis, over de Scottsboro Boys, een groep veroordeelde zwarte jongens, voor wie De Kom zich in die jaren (onder meer) sterk maakte.
Meer over zijn eerherstel? Kijk hier.